Tag Archives: DNB

Geloofwaardigheid

27 okt

Met goedkope hypotheken voor medewerkers van banken en verzekeraars is het dus binnenkort afgelopen, zo blijkt uit een onderzoek van het FD. Bij een aantal grote verzekeraars is de beslissing al genomen. Bij andere verzekeraars staat het onderwerp op de agenda. Banken – van oudsher vaak iets minder gevoelig voor sentimenten in de samenleving – lijken op enige afstand te volgen. Met het afschaffen van dit soort kortingen komt de sector tegemoet aan een wens van de politiek om de arbeidsvoorwaarden enigszins (verder) te versoberen. Dat lijkt mij een goed voornemen, dat verder kan bijdragen aan het herstel van vertrouwen.

Juist daarom is het opvallend dat twee partijen in de financiële dienstverlening niet mee willen doen. Zowel DNB als AFM hebben bekend gemaakt dat de (forse) korting die hun medewerkers op een hypotheek krijgen niet ter discussie staat. Dat lijkt mij een aanslag op de geloofwaardigheid van deze toezichthouders. Je kunt niet pleiten voor een noodzakelijke cultuuromslag in de financiële sector en tegelijkertijd voor jezelf de voordeeltjes van die oude cultuur willen bewaren.

In een heel recent interview (ook in het FD) vroeg AFM-voorzitter Merel van Vroonhoven zich af hoe serieus de sector op weg is met die cultuuromslag. Daarbij signaleerde zij dat veel van de mensen in de sector, zeker ook op beleidsniveau, nog dezelfden zijn als voor aanvang van de crisis. Daar heeft zij een punt. Kunnen degenen die primair verantwoordelijk waren voor de misstanden in de financiële sector wel op geloofwaardige wijze leiding aan de gewenste cultuurverandering? Juist om die reden worden leden van raden van bestuur en commissarissen van banken en verzekeraars ook op dat aspect getoetst om te zien of zij wel geschikt zijn voor hun functie. Die toetsing gebeurt door AFM en DNB.

Het lijkt mij dat DNB en AFM bij uitstek een voorbeeldfunctie vervullen als het gaat om cultuuraspecten. Van DNB en AFM had ik verwacht dat zij als eerste de kortingsregeling op de hypotheek voor de eigen medewerkers ter discussie hadden gesteld. Door dat niet te doen en in plaats daarvan bekend te maken dat zij dit extraatje juist willen handhaven ondergraven zij hun geloofwaardigheid. Zij stellen zich daarmee buiten de regels die zij voor anderen willen laten gelden. Dat vind ik jammer.

Dik van Velzen

Op de kleintjes passen

28 apr

Volgens Pieter Lakeman wil DNB van de kleinere instellingen af. Hij heeft daarvoor een ‘meldpunt’ opgericht en prompt de eerste melding al binnen gekregen. Ik denk dat ik bijna kan raden van wie die eerste melding is. Toch ben ik bang dat Pieter Lakeman gelijk heeft.

Voor kleinere banken en verzekeraars is het de laatste jaren sowieso al veel lastiger geworden. De Wft stelt strenge eisen en dat is goed. Maar voor veel kleine banken en verzekeraars zijn het wel heel veel eisen, heel onoverzichtelijke eisen, die ook nog eens heel duur zijn in de uitvoering en soms ook niet passen bij het bedrijf waar het om gaat. En vaak niet zinvol. Want hoe zinvol is het om een kleine onderlinge verzekeraar die een solvabiliteitsmarge heeft die 5 tot 10 keer zo groot is als Solvency 1 vereist in het dure en bewerkelijke Solvency 2-systeem te persen?

Maar los van de regels heeft Pieter Lakeman het ook over suggestieve dwang. DNB-toezichthouders die tegen bestuurders van kleinere instellingen uitspraken doen als: ‘wij voelen ons niet comfortabel’ of ‘wij willen graag horen in hoeverre u toekomstbestendig bent’. Ik kan me voorstellen dat bestuurders van kleinere instellingen zich daar niet prettig bij voelen.

Wil DNB echt van die kleinere instellingen af? Misschien niet als formeel beleid, maar wel informeel. In informele gesprekken heb ik al eerder begrepen dat het toezicht op een kleine onderlinge verzekeraar iets is aan de onderkant van de DNB-pikorde. Leuk om ingewerkt te worden. Als je dat blijft, ben je min of meer een loser. Als je echt gezien wilt worden en ook leuke buitenlandse reisjes wilt maken, dan moet je betrokken zijn bij toezicht op een grote bank of verzekeraar. Ook toezichthouders is niets menselijks vreemd.

Ik zou DNB vriendelijk willen vragen die kleinere instellingen juist te koesteren. Zeker al die kleine verzekeraars. Het zijn juist die kleintjes die de kleur van de aanbodkant in de financiële dienstverlening bepalen. En die kleintjes zijn nooit verantwoordelijk geweest voor de financiële crisis, schandalen, geschonden vertrouwen, e.d. Laten we alsjeblieft op de kleintjes blijven passen.

Dik van Velzen

Geschikt of ongeschikt?

22 nov

Het FD kopt dat een flink aantal commissarissen en leden van raden van bestuur niet lekker slaapt. Ongerust over de uitslag van hun examen. Examen? Nou ja, zo wordt het gevoeld. Het gaat om de geschiktheidstoets op grond van de Wft: is deze commissaris of is dit lid van de raad van bestuur wel geschikt voor zijn rol? Zo’n soort toets is er voor ‘beleidsbepalers’ van banken en verzekeraars al veel langer, maar vroeger was het toch een beetje ouwe-jongens-krentenbrood. Nu niet meer.

DNB en AFM nemen samen de toets af. Of liever: gaan samen het gesprek aan. Beide toezichthouders moeten positief zijn over de uitkomst. Zo niet, dan is het oordeel: ongeschikt. Dat betekent: deze functie mag u niet (langer) vervullen. Geen enkele kandidaat is blij met een dergelijke uitslag, dat snapt u wel. Het bedrijf waar hij werkt ook niet. Toch is de verwachting dat een dergelijk oordeel meermaals gaat worden uitgesproken. Simpelweg omdat de wereld veranderd is. De financiële dienstverlening werkt aan een cultuurverandering. Niet iedereen uit de oude cultuur past als vanzelfsprekend in de nieuwe cultuur.

Tegelijk is het FD naar mijn mening te pessimistisch bij zijn conclusie over de reikwijdte van het oordeel ‘ongeschikt’. Het hangt er maar van af waar dat oordeel op gebaseerd is.  Als ik kijk naar de Beleidsregel Geschiktheid, dan is het oordeel ‘ongeschikt’ specifiek toegespitst op díe functionaris in díe functie bij dát bedrijf. Een reuze capabele bestuurder of directeur kan ‘ongeschikt’ zijn, omdat hij een nevenfunctie heeft die tot een belangenconflict kan leiden. Of omdat hij volgens DNB/AFM voor deze functie onvoldoende tijd beschikbaar heeft. Er zijn meer redenen denkbaar, die niets af doen aan de persoonlijke kwaliteiten. Natuurlijk, als de achtergrond van het oordeel ligt in zaken als: geen onafhankelijke denker, een exponent van de oude cultuur of twijfel over de integriteit, dan is dat ook in andere beleidsfuncties een probleem. Maar dat weet je niet, want het oordeel van DNB en AFM blijft – terecht – vertrouwelijk.

Ongetwijfeld zal de komende periode een aantal toonaangevende functionarissen (voor de buitenwereld) onverwacht vertrekken. Vanwege ‘persoonlijke redenen’ of met een andere voor sommigen niet helemaal bevredigende verklaring. In geen enkel geval weet je zeker of die ‘persoonlijke redenen’ er echt zijn (dat kan natuurlijk ook), of een verhullende uitweg na  het oordeel ‘ongeschikt’. Maar ook in dat laatste geval weet je niet welke omstandigheden tot dat oordeel hebben geleid. Enige terughoudendheid in het roddel- en achterklapcircuit is dus geboden. Gelukkig kunnen liefhebbers van die rubriek altijd terecht bij een aantal televisieprogramma’s, waar het waarheidsgehalte van ‘amusement’ niet de eerste prioriteit is. Dan kunnen in de financiële dienstverlening oordelen tot stand blijven komen op basis van eigen, onafhankelijke conclusies. En dat is nu net de bedoeling.

Dik van Velzen